Ich hab’ noch immer etwas in Berlin
Meine tränen hintergelassen in Berlin
Wat is Duits een schitterende taal
ik weet het wel
sommigen Hollanders associëren het
met ‘jawohl’ en ‘Befehl is Befehl’
ik niet meer,
vroeger wel enigszins,
dat moest wel met al die verhalen
over de moffen in de oorlog
over weggevoerde en ondergedoken
familieleden
maar met Reinhard’s Mey
‘Gute Nacht, Freunden’
is dat voor mij wel verdwenen
eens is de oorlog voorbij
en vergeven en vergeten hoop ik,
je kunt niet eindeloos de Romeinen
de inval in Nederland kwalijk nemen,
en daarbij: de huidige generatie
Duitsers is dit alles absoluut niet aan te rekenen
tip: gaat u eens naar café ‘Bleibtreu’ in de ‘Bleibtreustrasse’
in de buurt van de Kurfüsterdamm,
of anders naar ‘Musik unter den Gleisen’
Freidrichstrasse 128, een fantastische muziekzaak,
dan heeft u de tijd dat u dit gedicht las
er al helemaal uit: goed en goedkoop eten en goedkoop fantastische muziek,
wat wilt u als Nederlander nog meer?
Ik wilde niets meer
dan daar eindeloos lang blijven
met die Berlijner van 93 blijven praten
die Adolf Hitler in mijn bijzijn een ‘Schweinhund’ noemde
altijd geweigerd had de hitlergroet te brengen,
en verder ook erg helder uit zijn ogen keek,
niet alle Duitsers waren fout in de oorlog,
uren lopen over de Berlijnse straten
‘Unter den Linden’
is ook echt onder de Lindebomen,
fabelachtige stad, gaat u ook eens naar
de Wannsee
maar helaas de tijd dendert en dendert en raast nogmaals voort
in ongelovelijke versnellingen,
geen tijd om stil te staan,
geen tijd om te verblijven,
straks zijn we te laat, waar?
Hadden we maar het eeuwige leven